Oer-Hollandse stoofpeertjes, alleen verkrijgbaar in de winter. Dan moet er natuurlijk nu een recept van mij online staan. Je kunt de stoofpeertjes maken in rode wijn of als je zwanger bent en/of kinderen hebt in bessensap. Het is belangrijk dat de rode wijn of bessensap niet kookt, want anders krijg je uiteindelijk een stroperig goedje.
Stoofpeertjes kun je eten als dessert, maar je kunt dit ook in combinatie met een winters vlees gerecht eten. Voor nu heb ik gekozen voor een dessert, omdat dit recept hemels lekker is. Ikzelf doe er altijd nog wat slagroom extra bovenop en wat yoghurt met honing. Heerlijk wat romig en fris er naast. Of probeer stoofpeertjes eens met vanilleroomijs, waarbij je de warme stoofpeertjes saus over je ijs giet. Hmmm, moet ik nog meer zeggen?
Voor de mensen die geen lactose mogen, kun je natuurlijk kijken naar de soja-variant van slagroom en yoghurt. Net zo goed en lekker! En tegenwoordig is er genoeg aan lactosevrije varianten aan ijs.
PS: credits voor de mooie foto van Froukje Wilming! Een hele goede fotografe, één van de beste zelfs!
Bereiding
1. Schil de stoofperen en voeg de peren in zijn geheel toe aan de pan. Je kunt ze ook in vieren snijden, geen probleem.
2. Giet de rode wijn of bessensap bij de stoofperen. Doe het kaneelstokje de kruidnagels, de steranijs, de suiker en de honing erbij.
3. Snij het vanillestokje open en schraap het merg eruit. Snij twee stukken schil van de citroen eraf. Voeg het merg en de schillen toe in de wijn. Knijp een halve citroen uit in de wijn.
4. Zet de stoofpeertjes op het vuur en verwarm de rode wijn totdat deze net niet kookt. Laat dit zacht op het vuur 2 uur verder garen. Prik in de stoofpeertjes om te kijken of deze zacht zijn. Zodra ze zacht zijn, dan zijn ze klaar om op te dienen.