Curry kun je op zoveel manieren maken, maar de Indische curry is toch wel het lekkerst. Normaal maak ik deze curry met kip, maar dit keer had ik zin in een vegetarische variant. Bij dit soort gerechten hoort voor mij altijd vlees, omdat dit een bite geeft aan het eten. Dus voor mij was het een uitdaging om de curry zo te maken dat ik het vlees niet zou missen. En dat is gelukt met dit gerecht. In plaats van vlees heb ik linzen en kastanjechampignons toegevoegd. De kastanjechampignons zorgen voor een vleselijke smaak en de linzen geeft een bite aan de curry. Deze twee geven ook een vullend gevoel.
Voor de curry heb ik mijn eigen kruiden en specerijen samengesteld, omdat ik dit het meest gezond en heerlijk vind. Je proeft dan echt dat alles vers is gemaakt. Uiteraard kun je ook gebruik maken van currypasta’s of currykruiden, maar zelf maken is zo gedaan!
Bereiding
1. Snij de ui in grove blokken en snij de knoflook en gember fijn. Schil de pompoen, snij deze in blokken en snij de kastanjechampignons in plakken.
2. Giet wat zonnebloemolie in een braadpan of hapjes pan. Voeg hier het mosterdzaad en komijnzaad aan toe. Bak dit even 1 minuut mee.
3. Doe vervolgens de kerrie, kurkuma, piment, kaneel en chilivlokken erbij. Roer even goed door elkaar.
4. Voeg de ui, knoflook en gember toe. Bak dit 1 minuut mee en gooi vervolgens de pompoen en champignons erbij. Bak deze nog 1 minuut mee.
5. Giet het water in de pan en voeg wat peper en zout naar smaak toe. Breng aan de kook. Snij de koriander en peterselie fijn en voeg toe aan de curry. Zodra het kookt, zet dan het vuur zacht. Laat het geheel 30 minuten sudderen met de deksel op de pan.
6. Voeg de linzen toe en laat dit nog 15 minuten zacht meekoken.
7. Kook ondertussen de rijst. En giet de kokosmelk bij de curry. Breng de curry weer even aan de kook en proef of deze op smaak is. Is het nog wat flauw? Voeg dan nog wat peper en zout toe. Laat de curry nog 10 minuten zacht koken.
8. Serveer de curry met de rijst en eventueel met naanbrood.