Tempeh is een goede vleesvervanger en kun je op smaak brengen zoals je zelf wil, van zoet tot pittig tot kruidig. Tempeh staat er namelijk om bekend dat deze de smaken goed opneemt. Het is gemaakt van sojabonen en komt uit Indonesië. Ik heb voor dit gerecht dan ook gekozen voor Indonesische smaken zoals citroengras en sambal badjak, heerlijk met wat witte rijst of een vegetarische bami.
Tempeh wordt veelal gefrituurd, maar je kunt dit met gemak met een goede laag zonnebloemolie bakken voor een krokant laagje.
Bereiding
1. Dop de sperziebonen en snij ze in grote stukken. Doe de sperziebonen in een pan met water. Zorg dat deze goed onder water staan en breng het water aan de kook. Kook de sperziebonen 10 minuten tot ze beetgaar zijn.
2. Snij ondertussen de tempeh in klein repen/lange blokjes. Doe een laag zonnebloemolie in een koekenpan en verwarm dit. Doe vervolgende de tempeh erbij en bak dit totdat de tempeh rondom goudbruin en knapperig wordt. Schep vervolgens de tempeh eruit en leg dit op een diep bord met daaronder keukenpapier om uit te laten lekken.
3. Snipper de ui en snij de knoflook en laos fijn. Snij de citroengras in 3 stukken. Doe dit allemaal in de pan waar je net de tempeh in hebt gebakken (haal een te veel aan zonnebloem olie uit de pan, anders wordt het te vettig). Bak dit 1 minuut tot de uien glazig eruit zien.
4. Voeg de ketjap manis, sambal badjak, tomatenpuree en de eventuele trassi toe aan de pan en roer alles goed door elkaar. Laat het geheel 5 minuutjes zacht sudderen.
5. Vervolgens kan de tempeh en de boontjes erbij. Zorg dat de tempeh en boontjes goed onder de saus zitten. Proef even of de tempeh op smaak is. Indien je dit pittiger wil, voeg dan gerust nog wat sambal badjak toe.